IK KAN NIET LACHEN…

Het is pauze en ik las een verhaal over lachen met Jezus. Het artikel ging over het verschil tussen het wereldse lachen en het lachen met Jezus.

Aan een andere tafel zaten andere collega’s. En zoals altijd werd er vreselijk gelachen om grappen, die gemaakt werden over andere collega’s. De volgende dag kwam ik op mijn werk en zag Annelies zitten met een bekertje koffie. Zij keek mij aan en ik zag dat zij gehuild had. Ik kwam bij haar zitten. Annelies, ik zie dat gehuild hebt. Wat is er aan de hand? Peter, mijn vader stierf 5 jaren geleden. Mijn moeder is nu ziek en ik ben bang ook haar te verliezen. Hier wordt altijd gelachen. Gisteren vertelde ik van mijn moeder aan de groep. Het antwoord dat ik kreeg: Jouw moeder wordt wel weer beter. En er werden weer grapjes gemaakt. Peter, ik ben bang dat mijn moeder dood gaat. Ik ben enigst kind, heb geen broers en zussen. Ik ben dan helemaal alleen.

Als ik daar aan denk vind ik het eng. Er moet altijd hier gelachen worden. Peter, IK KAN NIET LACHEN. Ik heb iemand nodig, die zeker altijd aanwezig is.

Annelies, ik was vroeger niet alleen, maar ik had de behoefte aan een persoon die mijn begreep en ook altijd bij mij was. Wat voor vriend(inn)en heb jij, Annelies? Altijd lachen, maar nu jij steun nodig hebt zijn zij er niet. Je weet dat er altijd ook grapjes over mij wordt gemaakt. Maar ik heb een Vriend, die mij door en door begrijpt en zeker nooit wegvalt. Dat kennen anderen niet. Ik ben niet religieus, maar heb een relatie met God en Jezus. Peter, ik ken dat niet. Annelies, ik kende dat vroeger ook niet, maar ik zei gewoon: God, als U echt bestaat laat maar zien dat U er bent. En toen kreeg ik mijn eerste ontmoeting, mijn eerste visioen. Ik stelde mij daarvoor open. Zo kwam God in mijn leven. Wil jij iemand bij jou hebben, die er zeker altijd is en nooit wegvalt dan verwijs ik jou naar God en Jezus. Annelies, dit is geen hocus spocus. Dit is echt.

Ik heb dan ook vele dingen mogen meemaken. Ik kan jou alleen God en Jezus aanbieden, maar jij moet zelf de keuze maken. Zeg jij ja, dan geloof ik dat God dingen gaat in jouw lichaam en leven. En, Annelies, ik geloof ook dat Hij jou niet loslaat. God is geen programma, systeem of levensstijl. Hij is een levend persoon, waarmee jij kunt omgaan. Ik geloof ook, Annelies, dat God een totaal andere weg met jou gaat dan de mijne. Jij zit geheel anders in elkaar. Ik kan jou wel vertellen, dat er iets verandert in jou wat ik omschrijf met het ontvangen van de Heilige Geest. Je krijgt dan een ander soort vreugde in jou. Annelies luisterde aandachtig en zei: Peter, bidt met mij. Ik wil dit ook. Annelies, echt? Ja. Oke. Vader, hier is Annelies, U weet precies wat zij nodig heeft. U heeft ons gesprek gehoord. Laat Annelies ervaren dat U bij haar bent. In Jezus naam. Amen.

Wij stonden op en gingen naar onze afdelingen. De volgende dag zag ik Annelies in een gang. Zij keek geheel anders uit haar ogen. Een ontspannend gezicht. Ik wist dat het goed zat en zei: Vader, U bent met haar bezig, Hallelujah!